, ,

Professionele conversatie of steenkolen Engels

Nederland is een open economie waarin handel een belangrijke factor is. Dit gaat eeuwen terug. Je zou kunnen verdedigen dat in de 17e eeuw de Vereenigde Oostindische Compagnie het eerste multinationale bedrijf was. En het was het eerste bedrijf dat aandelen uitgaf. Achteraf zijn we niet trots op onze koloniale inspanningen, maar de Nederlanders waren er relatief succesvol in. Voor zo’n klein land hebben we een behoorlijke impact gemaakt in de geschiedenis. Maar daarbij hebben we ons niet gericht op het verspreiden van onze taal. Andere koloniale machten exporteerden hun taal naar enorme populaties terwijl vandaag de dag Nederlands de moedertaal is van minder dan 25 miljoen mensen wereldwijd. Meer dan de helft van hen woont in Nederland.

Omdat we deze historische kans hebben gemist, moeten wij Nederlanders onze vreemde talen leren spreken. En over het algemeen zijn we daar vrij succesvol in. Zeker, we hebben wat problemen met uitspraak, maar dat hebben veel buitenlanders. Als sommigen van ons ’tree’ zeggen, bedoelen we waarschijnlijk een cijfer tussen twee en vier. Dat komt omdat de combinatie ’th’ vrij onnatuurlijk voor ons is. Aan de andere kant zijn we in staat om Nederlandse woorden te zeggen die beginnen met ‘g’ of zelfs ‘gr’ waarbij je denkt dat we ergens in stikken, maar dat is gewoon de manier waarop we met elkaar praten. Afgezien daarvan gaat het wel goed. Met korte woorden, dat wel. Analysis, Parameter, Phenomenon en Regulatory zijn slechts enkele meerlettergrepige voorbeelden waarbij Nederlanders zich over het algemeen verraden als niet-moedertaalsprekers door (minstens) de klemtoon verkeerd te leggen.

Het klinkt als Engels, maar is het dat?

Ik heb veel situaties gezien waar niet-moedertaalsprekers samenwerkten en een vorm van semi-Engelse communicatie creëerden die voor iedereen werkte. In de beste voorbeelden voegden ze nieuwe woordenschat toe die alleen betekenis had in de context van dat project of voor dat team. Het resultaat wordt pidgin-Engels genoemd (in Nederland ook wel bekend als steenkolen Engels), een term die sommigen zeggen te zijn ontstaan uit de Chinese uitspraak van ‘business’. Hoe uitdagend het soms ook mag zijn, het kan wel het eenvoudigste scenario zijn als niemand in een gesprek zijn moedertaal spreekt. Dan is het tenminste voor iedereen duidelijk dat iedereen in zekere mate worstelt en voelt niemand zich bezwaard om om verduidelijking te vragen indien nodig.

Een veel groter risico ligt in het scenario waar sommigen hun eigen taal spreken en anderen (meestal de Nederlanders) lijken het ook goed te doen in die taal. Vaker wel dan niet missen de niet-moedertaalsprekers de nuances, vooral als de boodschap niet volledig expliciet is. Dus als je een van mijn landgenoten tegenkomt die blijkbaar goed overweg kan met jouw taal, controleer dan dubbel. Alle Nederlanders kunnen in elk restaurant ter wereld eten bestellen. Een veel kleinere groep heeft de taalvaardigheden om echt zaken te doen…